HTD

.............zijn cognitieve voorstellingen die ons helpen om onze sociale omgeving en onze plaats hierin te structureren.

Iemands persoonlijkheid of instelling

De mening van anderen in de werkomgeving

De kenmerken van het werk

De wens om tot de organisatiegemeenschap te blijven horen

Geloof in en acceptatie van de waarden en doelen van de organisatie

De bereidheid om je in te zetten voor de organisatie

emotionele betrokkenheid bij de organisatie

............: omvat iemands afweging van de kosten en risico’s van het verlaten van de organisatie

............: morele dimensie, gebaseerd op de verplichtingen die iemand meent te hebben ten opzichte van de werkgever

vindt plaats als mensen zich attitudes en gedragingen aanmeten om gekoppeld te worden aan een voldoening schenkende, zelfdefiniërende relatie met een andere persoon of groep

vindt plaats als mensen zich attitude en gedragingen aanmeten, omdat de inhoud ervan in lijn is met hun eigen waardesysteem

De............ is gericht op observeerbaar gedrag en niet op gedachten gevoelens.

vindt plaats als de ongeconditioneerde stimulus geassocieerd gaat worden met een geconditioneerde stimulus (Pavlov). Deze benadering kan helpen enkele sterke emotionele reacties te verklaren.

wordt niet beïnvloed door de omgeving heeft te maken met gedrag dat niet het resultaat is van eenvoudige, automatische reacties

De belangrijkste elementen van ........ zijn de stimulus, de reactie en de bekrachtiging of beloning.

Het proces van operante conditionering wordt soms ook wel beschreven aan de hand van 3 begrippen

verwijzen naar de condities of stimuli die voorafgaan aan het gedrag.

.. verwijzen naar de bestraffend of bekrachtigende uitkomsten van dat gedrag.

Psychologie kan worden verdeeld in verschillende deeldisciplines

Pschoanalyse van Sigmund Freud, 3 Types

Deze benadering richt zich op het meten van persoonlijkheidskenmerken

Gedacht in hokjes (Persoonlijkheidskenmerken)

BIG FIVE, 5 dimensies

Deze benadering is gericht op hoe mensen de wereld om hen heen ervaren. Het is erg gebaseerd op het vermogen om te interpreteren. Fenomenologie is sterk gericht op individuen. Het is momenteel geen dominante factor in de organisatiepsychologie.

Hierbij wordt er vanuit gegaan dat het individu streeft naar het vervullen van zijn of haar potentieel. Carl Rogers stelt dat als we dit willen, we ons moeten opstellen voor onze ervaringen.

Uitsluitend gericht op observeerbaar gedrag en de condities die bepaalde gedragingen uitlokken. Skinner (een bekende aanhanger) stelt dat ons gedrag door onze omgeving wordt bepaald. Behavioristen zijn van mening dat gedrag in het verleden wordt bepaald.

.... is gericht op wat mensen doen en hoe gedrag door beloning en bestraffing wordt beïnvloed.

Gericht op hoe gedachteprocessen worden gebruikt om sociale interactie en andere sociaal psychologische fenomenen te interpreteren. Er wordt ook verondersteld dat onze gedachteprocessen een weerspiegeling zijn van de wereld om ons heen en formele logica.

..... onderzoekt de manier waarop mensen zichzelf en hun gedrag opvatten en reguleren.

De mate waarin iemand van mening is dat hij of zij het in een situatie vereiste gedrag kan vertonen.

....heeft betrekking op individuen, groepen en samenlevingen. “De mens is deels het product van zijn/haar omgeving, maar de mens kan de omgeving ook beïnvloeden.”

Verwijst naar de langer wordende werktijden en hogere werkdruk, de noodzaak van levenslange bijscholing en de bereidheid om van baan te veranderen.