Vokabeln CH 2A

Vokabeln CH 2A

Vokabeln CH 2A


Fichier Détails

Cartes-fiches 155
Langue Deutsch
Catégorie Autres
Niveau Autres
Crée / Actualisé 11.04.2016 / 11.04.2016
Lien de web
https://card2brain.ch/box/vokabeln_ch_2a
Intégrer
<iframe src="https://card2brain.ch/box/vokabeln_ch_2a/embed" width="780" height="150" scrolling="no" frameborder="0"></iframe>
Zollen we iets afspreken?

wir etwas ausmachen / uns verabreden?

Dat is lang geleden'

Das ist lange her'

Zullen we naar het Café gaan?

Wollen/Sollen Wir ins Café gehen?

het Café (de Cafés)

Café. Kneipe

het examen (de namens)

Examen

op woensdag

am Mittwoch

de woensdag

Mittwoch

het Weekend (de Weekends)

Wochenende

in het Weekend

am Wochenende

gaan

gehen

de vriendin (de vriendinnen)

Freundin

bezoeken

besuchen

volgende

nachstell/s

volgende Week

nächste Woche

de Week (de weken)

Woche

donderdag

Donnerstag

de afspraak (de afspraken)

Verabredung

Hoe gaat het metje?

Wie geht es dir?

prima

prima

de jongen (de jongens)

Junge

Kan niet beten

Könnte nicht besser sein.

betet

besser

Hoe is het met jou?

Wie geht es dir?

jou

Dir

„ z'n gangetje

es geht so, es geht seinen normalen Gang

druk

beschäftigt

zeg

saq (mal)

toch

doch

de barkeeper (de barkeepers)

Barkeeper

inderdaad

in der Tat

de struisvoqel (de struisvogels)

Strauß (Vogel)

Wel eens

gerne mal. schon mal

zien

sehen

aflspreken

sich verabreden, einen Termin ausmachen

wachten

warten

even

mal sehen

pakken

nehmen

de agenda (agenda's)

Kalender

morgenavond

morgen Abend

koken

sehen, schauen