c2b_default

Vokabeln CH 2A

Vokabeln CH 2A

Vokabeln CH 2A

155
0.0 (0)

Kartei Details

Karten 155
Sprache Deutsch
Kategorie Übrige
Stufe Andere
Erstellt / Aktualisiert 11.04.2016 / 11.04.2016
Weblink
https://card2brain.ch/box/vokabeln_ch_2a
Einbinden
<iframe src="https://card2brain.ch/box/vokabeln_ch_2a/embed" width="780" height="150" scrolling="no" frameborder="0"></iframe>
Lernen
de maandag

Montag

werken

arbeiten
de dinsdag

Dienstag

zeggen tegen

sagen (zu)

aanstaande

nächste/r/s

de trein (de treinen)

Zug
de zaterdag

Samstag

de zondag

Sonntag

april

April

de kalender (de kalenders)

Kalender
het jaartal (de jaartallen)

Jahreszahl

de maand (de maanden)

Monat

de weekdag (de weekdagen)

Wochentag

het weekeinde (de weekeindes/de weekenden)

Wochenende
de morgen

Morgen

de ochtend (de ochtenden)

Morgen

tussen de middag

in der Mittagszeit

de middag (de middagen)

Mittag
de avond (de avonden)

Abend

de nacht (de nachten)

Nacht

van morgen

heute Morgen, heute Vormittag

vanochtend

heute Morgen, heute Vormittag
van middag

heute Mittag

vanavond

heute Abend

vannacht

heute Nacht

Ove r morgen

übermorgen

het was (zijn)

es war (sein)

gisteren

gestern

eergisteren

vorgestern

doordeweeks

in der Woche, alltäglich

het dagdeel

Tagesabschnitt

het huiswerk

Hausaufgaben

speciaal

speziell, besonders

de betekenis (de betekenissen)

Bedeutung

door

durch

zie je (zien)

sieht man (sehen)

de uitdrukking (de uitdrukkingen)

Ausdruck

wasdag

Waschtag

na

nach (zeitlich)

de was doen

waschen

Lernen