op naar de eindstreep 5

nederlandse vocabulaire

nederlandse vocabulaire

Eli Tester

Eli Tester

Kartei Details

Karten 97
Sprache Deutsch
Kategorie Übrige
Stufe Grundschule
Erstellt / Aktualisiert 07.07.2014 / 07.07.2014
Weblink
https://card2brain.ch/box/op_naar_de_eindstreep_5
Einbinden
<iframe src="https://card2brain.ch/box/op_naar_de_eindstreep_5/embed" width="780" height="150" scrolling="no" frameborder="0"></iframe>

abgewendet

afgewend

binden

binden; bond; gebonden

verheerend

verwoestend

passen

schikken; schikte;geschikt

errichten, gründen

oprichten; richtte op; opgericht

Geräusch, Laut

het geluid

wischen

afnemen; nam af; afgenomen

spielen (Instrument)

bespelen; bespeelde; bespeeld

schützen

beschermen; beschermde; beschermd

Ferse

de hak

hocken

hurken; hurkte; gehurkt

Pflege

het onderhoud

eingeben

invoeren; invoerde; ingevoerd

im Schlepptau

in het kielzog

bekommen, erhalten

ontvangen; ontving; ontvangen

Verbreitung

verspreiding

bekämpfen

bestrijden; bestreed; bestreden

verstossen, vorrücken

oprukken; rukte op; opgerukt

anstrengen; ermüdend

vermoeiend

einigermassen; irgendwie

enigzins

erkunden, auskundschaften

verkennen; verkende; verkend

Krise

crisis; crisissen

vor etwas warnen

waarschuwen voor

über etwas verfügen

beschikking hebben over iets

eintippen

intoetsen; toetste in; ingetoetst

ausschalten

uitschakelen; schakelde uit; uitgeschakeld

Ente

de eend

übertrieben

overdreven

reizen med.

irriteren; irriteerde; geirriteerd

Ganze(s)

het geheel

handlich

handzaam

ausschütteln

uitschudden; schudde uit; uitgeschud

Stuhlgang

de ontlasting

Schusswaffe

het vuurwapen

nahezu, fast

nagenoeg

Zubehörteil

het hulpstuk

geschmeidig, biegsam

soepel

nahezu, fast

nagenoeg

löschen, entfernen

verwijderen; verwijderde; verwijderd

überwältigend

overweldigend