Niederländisch
Seiten 226-228
Seiten 226-228
Kartei Details
| Karten | 365 |
|---|---|
| Sprache | Deutsch |
| Kategorie | Übrige |
| Stufe | Andere |
| Erstellt / Aktualisiert | 26.03.2017 / 05.04.2017 |
| Weblink |
https://card2brain.ch/box/20170326_niederlaendisch
|
| Einbinden |
<iframe src="https://card2brain.ch/box/20170326_niederlaendisch/embed" width="780" height="150" scrolling="no" frameborder="0"></iframe>
|
de groeten doen aan
jemanden grüssen
liefs
liebe Grüsse
fout
falsch
aankruisen
ankreuzen
het bezittelijk vornaamwoord
Possessivpronomen
net
gerade
het vriendje
(fester) Freund
de fiets
Fahrrad
het vakantiehuis, het vakantiehuisje
Ferienhaus, Ferienhäuschen
geven
geben, schenken
geen
keine(-e)
het idee
Idee
kapot
kaputt
opruimen
aufräumen
het wederkerend vornaamwoord
Reflexivpronomen
zich amuseren
sich amüsieren
scheidbaar
trennbar
onscheidbaar
untrennbar
beantwoorden
beantworten
opstaan
aufstehen
de vorm
Form
zich schamen
sich schämen
want
denn
opbellen
anrufen
weten
wissen
wassen
waschen, putzen
het poesje
Kätzchen
grondig
gründlich
aankleden
anziehen
het gebruik
Verwendung
de gebeurtenis
Ereignis
de toekomst
Zukunft
morgen
morgen
overmorgen
übermorgen
volgend
nächste (-r, -s)
samen
zusammen
het plan
Plan
tien uur
zehn Uhr
vijf over tien
fünf nach zehn
kwart over tien
Viertel nach zehn
